Architectuur van Groninger Kerken

Bouwstijlen door de eeuwen heen

De architectuur van Groninger kerken reflecteert de stijlperiodes uit de afgelopen eeuwen. Zo dateren de oudste gebouwen uit de romaanse periode van de 11e-13e eeuw. Kenmerkend waren zware muren, rondboogvensters en halfronde apsissen.

Eenrum – Bijzondere bouwstijl

In de gotiek van de 13e-15e eeuw werd de architectuur lichter en hielden spitsbogige elementen hun intrede. Kerktorens kregen kruisvormige plattegronden. Ook neogotiek was van invloed in latere eeuwen.

Vanaf de 16e eeuw zagen we de opkomst van de renaissancestijl met klassieke vormenteken. In de 17e-18e eeuw domineerde de barok met statuesque detaillering. Tussen 1800-1900 werd de neogotiek en eclecticisme populaire stijlen.

In de 20e eeuw ontstonden moderne stromingen als expressionisme, brutalism en traditionalisme naast restauraties in oude stijl. Een voorbeeld hiervan is de reconstructie van de Nicolaaskerk.

Door de eeuwen heen hebben deze stijlontwikkelingen een gevarieerd architecturaal erfgoed van Groninger kerken opgeleverd, dat symbool staat voor de regionale geschiedenis.

Unieke kenmerken

Elke kerk herbergt details die haar onderscheiden van anderen. Zo springen de torenspitsen in het oog, waarvan de vormgeving per regio varieert. Karakteristiek voor Groningen zijn de helmdaken en slanke naaldspitsen.

Ook het gebruik van natuursteen zoals kalksteen is regionaal. Bijzonder zijn de reliëfs van heiligen en Bijbelse taferelen in de gevels. Een voorbeeld is de gevel van de Der Aa-kerk met zijn beeldhouwwerk.

Binnen zijn de interieurs rijk versierd met onder meer historische preekstoelen, rouwborden, grafzerken en gebrandschilderde ramen. Een unicum is het Friese Klankbord in de Martinikerk.

Verder hebben veel kerktorens karakteristieke uurwerken die de tijd aanduiden. Ook bevatten collecties bijzondere voorwerpen als zilverwerk, archieven en liturgisch vaatwerk.

Al met al geven deze historische details iedere Groninger kerk een eigen identiteit en laten ze de lokale geschiedenis als een openlucht museum zien.

Materiaalgebruik

Het materiaalgebruik bij kerken heeft door de eeuwen heen veel veranderingen doorgemaakt. Vroege gebouwen waren vaak van hout, later werd baksteen populair.

Karakteristiek voor de Groninger kerken is het gebruik van baksteen, veelal lokaal gebakken. De kleuren variëren van rood tot oranje. Bij vernieuwbouw werden ook kalksteen en graniet toegepast.

In de gotische periode kregen muren steunberen en spitsboogvensters. Pleister en kalk verfraaiden de buitenmuren. Later werden ook natuurstenen details zoals erfafscheidingen en zerken gebruikt.

Binnen bestonden de vloeren oorspronkelijk uit leisteen of kiezels. Pleisterwerk, houtsnijwerk en schilderingen verrijkten de interieurs. Orgelkassen en kerkmeubilair waren vaak van eikenhout.

Restauraties brachten ook moderne materialen, zoals kunststof voeguitharding. Hierbij wordt het historische karakter bewaard.

Door deze typische materialen kenmerken de kerken het Groningse cultuurlandschap en weerspiegelen ze hun historie.

Interieurs van Groninger kerken

Net als de buitenkant laten de interieurs zien hoe kerkinterieurs zich door de eeuwen heen ontwikkelden. Romaanse kerken waren sobber, gotische ruimtes verfijnder.

Kenmerkend is de driebeukige basilicale indeling met centraal kerkschip en zijbeuken. De ruimte wordt gedomineerd door het altaar en preekstoel aan de oostzijde.

Rijke houtsnijkunst en beelden komen vanaf de 15e eeuw voor in kerken. Vroege prekenstoelen zijn karakteristiek. Ook rouwborden met grafschennissen maken deel uit van het interieur.

Vanaf de 16e eeuw kregen kunstwerken als altaren, kansels en orgels een prominente plek. Groninger kerken herbergen daar prachtige voorbeelden van, zoals barok altaarstukken.

Ook gebrandschilderde ramen, epitafen en muurschilderingen creëren een historische sfeer. Verder laten restanten zien hoe het gebouw door de eeuwen heen is aangepast.

Het gevarieerde interieur is een museum van Groninger religieuze geschiedenis.

Restauraties

Door de jaren heen is veel aan de gebouwen veranderd, waardoor restauratie hard nodig is voor behoud. Bij projecten staat de oorspronkelijke architectuur en authenticiteit voorop. Met nauwkeurig onderzoek worden aanpassingen gedocumenteerd.

Eenum Kerk – gerestaureerde versie

Zo wordt bij instortingsgevaar de structuur vernieuwd, zonder het historische karakter te verliezen. Ook verwijdering van latere aanpassingen brengt de kern weer tevoorschijn. Denk aan pleisterwerk of verkleuringen.

Nieuwe materialen worden zo gebruikt dat ze zich naadloos integreren. Voorbeelden zijn houtvlakken in plaats van spouwmuren en natuursteen voor vervanging van funderingen.

Bij kunstwerken en interieurdetails staat conservering voorop. Verloren elementen worden nagemaakt op basis van historische vergelijking.

Op deze zorgvuldige wijze wordt het oorspronkelijke beeld zoveel mogelijk hersteld. Restauraties dragen zo bij aan het behoud van de architectonische schoonheid en cultuurhistorische waarde voor de toekomst.

Daarbij komt ook dat er goed gekeken kan worden naar verduurzaming van de kerken. Daarbij komt dat er dan aan de totale kosten minder uitgegeven wordt dan alleen primair restaureren en dan erna verduurzamen.